Home

MRIartefacten

MRI-artefacten zijn afwijkingen in MR-beelden die geen representatie geven van de werkelijke anatomie of pathologie. Ze ontstaan door de combinatie van magnetisch veld, weefseleigenschappen, beeldacquisitie en apparatuur. Artefacten kunnen de diagnostische interpretatie bemoeilijken en sommige kunnen zelfs lijken op ziektebeelden.

De belangrijkste oorzaken worden vaak onderverdeeld in drie categorieën: patiëntgerelateerde, hardware-/systeemgerelateerde en acquisitiegerelateerde artefacten. Patiëntgerelateerde artefacten

Hardware- of systeemartefacten ontstaan door metalen voorwerpen in of rond het hoofd en borstkas (tanden, implants,

Acquisitiegerelateerde artefacten worden beïnvloed door susceptibiliteitsverschillen (bijvoorbeeld lucht en metaal), chemische verschuiving tussen vet en water

Mitigatie omvat het kiezen van sequences die artefacten beperken (bijv. spin-echo in plaats van gradient-echo), het

ontstaan
door
beweging
tijdens
de
scan
(zoals
knipperen,
ademen
of
wisselende
positie)
en
door
pulsatie
van
grote
bloedvaten.
Flow-artefacten
bij
snelle
of
turbulente
bloedstroom
kunnen
resulteren
in
signaalverlies
of
vervormingen
langs
vaten.
Fysiologische
processen
zoals
hartslag
kunnen
eveneens
artefacten
veroorzaken.
prothesen),
die
lokale
B0-inhomogeniteiten
veroorzaken.
RF-coils,
hardware-afstemming
en
gradient-gerelateerde
fouten
kunnen
signaalongelijkheid
en
geometrische
vervormingen
opleveren.
Daarnaast
spelen
B0-inhomogeniteiten
door
magnetische
lekkages
en
gradient-nonlineariteit
een
rol.
bij
hogere
veldsterktes,
truncation/Gibbs-artefacten
bij
korte
randen
en
wrap-around/aliasing
bij
een
onvolledig
veld-of-view.
EPI-gebaseerde
sequences
zoals
DWI
en
fMRI
vertonen
vaak
distorties
en
signaalinhomogeniteit.
aanpassen
van
bandwidth
en
voxelgrootte,
gebruik
van
fat
suppression,
shimming
en
gating,
en
speciale
artefactreductietechnieken.
Correcte
herkenning
van
artefacten
is
essentieel
om
verkeerde
interpretaties
te
voorkomen
en
aanvullende
beeldmaterialen
te
bepalen.