Looptijden

Looptijden zijn de duur die nodig is om een afstand of een segment daarvan af te leggen. In sportcontexten zoals atletiek, zwemmen, wielrennen en motorsport worden looptijden gebruikt om prestaties te meten en te vergelijken. Een looptijd kan betrekking hebben op een volledige race of op een specifieke etappe of lus (bijvoorbeeld 400 meter of 10 kilometer) en wordt doorgaans uitgedrukt in minuten en seconden, vaak met honderdsten van een seconde bij elitewedstrijden.

Meetmethoden variëren van handmatige timing met een stopwatch tot geavanceerde elektronische systemen. Elektronische timing maakt gebruik van chips, transponders, en timingmatten bij start en finish om het moment van passage vast te leggen. Foto-finish-camera's worden ingezet bij nagenoeg gelijke finish. Vaak worden ook splitsingen gegeven voor elke ronde of segment. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen nettijd (starttijd tot finish) en bruto tijd (startschot tot finish).

Resultaten worden gestructureerd in officiële uitslagen, waarin termen zoals DNS (did not start), DNF (did not finish) en DSQ (disqualified) voorkomen. Looptijden zijn essentieel voor training en strategie: ze bieden aanknopingspunten voor pacing, tempo- en intervalloefeningen. In wedstrijden geven nettijd en bruto tijd verschillende inzichten: nettijd weerspiegelt werkelijk gelopen tijd vanaf het startschot, terwijl bruto tijd het moment van start van de baanprestatie weergeeft. Technologische vooruitgang heeft de nauwkeurigheid vergroot en de beschikbaarheid van gedetailleerde splitsingen verbeterd.

In bredere zin kan looptijd ook verwijzen naar de duur van een proces in andere contexten, zoals productie of software, waar het gaat om de tijd die nodig is voor een loop of cyclische taak.