Groeikracht

Groeikracht is een Nederlands begrip dat de capaciteit beschrijft van een economie, regio of organisatie om duurzame economische groei te realiseren. Het gaat verder dan korte termijncijfers en richt zich op het potentieel voor toekomstige groei en veerkracht in veranderende omstandigheden.

Het begrip benadrukt niet alleen de huidige groei, maar ook de bouwstenen die die groei mogelijk maken. Belangrijke onderdelen zijn innovatie, productiviteit, menselijk kapitaal, infrastructuur, goed bestuur en een effectief regelgevingskader, financiering en internationalisering. Ook de veerkracht en aanpassingsvermogen van bedrijven en regio's spelen een rol in het concept.

Precieze definities variëren per context. In beleidsdiscussies wordt vaak gesproken over een groeikracht-index of -dashboard die indicatoren omzet in een beeld van groeimogelijkheden en veerkracht. Typische indicatoren die daarbij worden genoemd zijn bbp-groei, arbeidsproductiviteit, R&D-uitgaven, onderwijsniveau, ondernemersactiviteit, exportpositie, digitale adoptie en duurzaamheid.

In de praktijk wordt groeikracht veelal gebruikt om strategieën op regionaal en nationaal niveau te kaderen, zoals investeringen in onderwijs, innovatiebeleid, infrastructuur en het faciliteren van ondernemerschap. Het doel is een solide basis te leggen voor langetermijngroei die ook sociaal en milieuvriendelijk is.

Kritiek richt zich op definieerbaarheid en meetbaarheid, de kans op een eenzijdige focus op groei ten koste van sociale en milieudoelstellingen, en de complexiteit van langetermijnstabiliteit. Toch biedt groeikracht een kader om beleid te richten op structurele verbetering van economische weerbaarheid en brede maatschappelijke vooruitgang.