Gebruikskenmerken

Gebruikskenmerken verwijzen naar de eigenschappen die bepalend zijn voor het gebruik van een product, dienst of systeem. Ze omvatten zowel functionele aspecten als contextuele factoren die het gebruik beïnvloeden, zoals bedieningsinterfaces, operationele grenzen, duurzaamheid, efficiëntie en gebruiksveiligheid.

In ontwerp en documentatie worden deze kenmerken gebruikt om duidelijke gebruiksrichtlijnen te formuleren. Daarbij gaat het onder meer om de juiste toepassingsgebieden, milieu- en installatierichtlijnen, onderhoudsvereisten, foutafhandeling en energiebeheer. Zo kunnen producten geschikt worden gemaakt voor de beoogde context en kunnen gebruikers veilig en effectief handelen.

De kenmerken worden verzameld en gevalideerd via gebruiksonderzoek, veldmetingen, gebruikstests en simulaties. Ze vormen een basis voor vergelijkingen tussen producten, voor identifice

ren van verbeterpunten en voor de afstemming op normen en regelgeving. Informatie over gebruiksomstandigheden en prestatie-eisen helpt bij risico-inschattingen en bij het opstellen van duidelijke instructies.

Voorbeelden van gebruikskarakteristieken zijn de maximale werkingstemperatuur, benodigde invoer, display- en bedieningsfuncties, onderhoudsinterval, energieverbruik en ergonomische aspecten zoals bereikbaarheid en bediening met één hand. In software kan dit bijvoorbeeld betrekking hebben op respond-tijden, schermindelingen en foutmeldingen.

Gebruikskenmerken staan los van gebruikerskenmerken (demografie, vaardigheden) en functionele eisen; ze vormen samen met die elementen een onderdeel van de technische en gebruiksgerichte specificaties van een product of dienst.