Figuurkwaliteit

Figuurkwaliteit is de mate waarin een figuur duidelijk, nauwkeurig en reproduceerbaar is in een publicatie of digitaal medium. Het omvat grafieken, diagrammen, kaarten en beeldmateriaal. Belangrijke aspecten zijn resolutie, lijndikte, contrast, kleurkwaliteit, tekstlabels en de schaal van de afbeelding. Een hoge figuurkwaliteit vergroot de leesbaarheid en vermindert misinterpretaties bij de interpretatie van de data.

Figuuren kunnen worden onderverdeeld in vector- en rasterfiguren. Vectorfiguren (bijv. grafieken en schematische diagrammen) zijn schaalbaar zonder verlies van scherpte. Rasterfiguren (bijv. foto’s) zijn afhankelijk van de resolutie en kunnen bij schaalvergroting onscherp worden. Voor drukwerk gelden doorgaans hogere eisen: rasterbeeldresolutie van minstens 300 dpi; voor lijnkunst en tekstopmaak kan 600–1200 dpi geschikt zijn. Voor websites en digitale publicaties volstaat vaak 72–150 dpi, al hoge-resolutie displays vragen vaak hogere afmetingen.

Bestandsformaten en uitvoeringsregels: voor drukwerk worden vaak TIFF, EPS of PDF gebruikt; voor web PNG of JPEG; vectoren zoals SVG of PDF bieden schaalbaarheid. Tekst in figuren moet embedded zijn of als bewerkbare tekst blijven, zodat lettertypen leesbaar blijven bij reproductie. Zet duidelijke bijschriften en label as- en legende-eenheden; kies een consistente kleurcodering.

Ontwerp en toegankelijkheid: gebruik contrastrijke en geschikt waarneembare paletten en vermijd kleurcombinaties die voor kleurzwakten lastig te onderscheiden zijn. Zorg voor voldoende witruimte en vermijd overvolle figuren. Overweeg alt-tekst of beschrijvende bijschriften voor digitale publicaties, zodat figuren ook zonder visueel beeld toegankelijk blijven.