Degeneratieve

Degeneratieve is een bijvoeglijk naamwoord dat in het Nederlands wordt gebruikt om processen en aandoeningen te beschrijven waarbij weefsels of organen achteruitgaan in structuur en functie. Degeneratie kan ontstaan door veroudering, letsel, metabole stoornissen of erfelijke factoren en is in veel gevallen progressief en vaak onomkeerbaar in gevorderde stadia.

Het begrip komt in diverse vakgebieden voor. In de geneeskunde verwijst degeneratie bijvoorbeeld naar het verlies van cellen of de afbraak van weefsel. Neurologische degeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson zijn voorbeelden waarbij hersenweefsel achteruitgaat. Degeneratieve aandoeningen van gewrichten en de wervelkolom, zoals artrose en degeneratieve aandoeningen van de tussenwervelschijven, betreffen het kraakbeen en de tussenwervelschijven. In de oogheelkunde kunnen degeneratieve processen leiden tot verminderd zicht door netvliesbeschadiging. Daarnaast bestaan er degeneratieve spierziekten en andere aandoeningen waarbij weefsel achteruitgaat.

Behandeling en prognose hangen af van het betrokken weefsel en de oorzaak. Vaak richten zorgverleners zich op symptoombeheer, pijnstilling, fysiotherapie en mobiliteitsondersteuning. In sommige gevallen kan chirurgie of medicatie de functionaliteit verbeteren of het beloop vertragen, en bij erfelijke vormen kan genetisch advies relevant zijn. Preventie draait onder meer om gezonde leefstijl en vroegtijdige diagnose bij mensen met verhoogd risico.