Debatformaten

Debatformaten zijn gestructureerde manieren om argumenten te presenteren, standpunten te testen en tot een oordeel te komen over een onderwerp. Ze komen voor in onderwijs, politiek en media en verschillen in opbouw, timing en wie mag spreken. De keuze voor een formaat hangt vaak af van doelstelling, publiek en niveau van de deelnemers. Veel formats benadrukken helderheid, onderbouwing, logica en publiek betrekken.

Een bekend formaat is de British Parliamentary stijl (BP). Hier concurreren vier teams: Opening Government, Opening Opposition, Closing Government en Closing Opposition. Elk team bestaat uit twee sprekers en de sessies volgen een vaste volgorde met tijdslimieten. Het doel is nieuw en overtuigend bewijs aan te brengen, met nadruk op samenwerking binnen het team en het weerleggen van tegenargumenten. Punten van informatie kunnen tijdens de toespraken worden aangeboden.

Policy Debate (CX) is een veelgebruikte vorm in scholieren- en universitaire competities waarin twee teams tegenover elkaar staan. Elk team heeft meerdere sprekers die constructies en tegenargumenten presenteren, gevolgd door kruisverhoor en rebuttal-speeches. Het accent ligt op beleidsvoorstellen, kosten/baten-analyse en onderbouwing met bewijs en data.

Lincoln-Douglas (LD) is een een-op-een formaat gericht op waarden en ethische overtuigingen. Een verdenkingsstructuur omvat een waardestelling, criteria en inhoudelijke argumenten, met ondervraging of cross-ex tussen de partijen. Sprekers stappen beperkt in tijd en bouwen voort op elkaars punten.

Public Forum (PF) is een twee-teams-format dat draait om duidelijke, toegankelijke argumentatie. Vier sprekers per ronde, korte tijd voor introductie en tegenargumenten, gevolgd door kruisverhoor en afsluitende samenvatting. PF legt de nadruk op publieksbegrip en logische consistentie.

Paneldiscussies bestaan uit meerdere panelleden die een onderwerp bespreken onder leiding van een moderator. Ze richten zich op dialoog, verschillende perspectieven en Q&A met het publiek.

Algemene kenmerken zijn onder meer tijdsbewaking, duidelijke rollen, en beoordelingscriteria zoals argumentkwaliteit, structuur, evidentie, retoriek en publiekendracht. Formats variëren per niveau en regio, maar delen het doel van gestructureerde, fair gevechten van ideeën.