Home

Congestiecontrole

Congestiecontrole verwijst naar de verzameling technieken en algoritmen die worden toegepast in netwerken en transportprotocollen om te voorkomen dat verkeer de capaciteit van een netwerk overbelast raakt. Het doel is om congestie vroegtijdig te signaleren en de verzendsnelheid zodanig aan te passen dat doorstroom efficiënt blijft, vertragingen beperkt worden en bronnen eerlijk worden verdeeld.

In het transportlaagmodel werkt congestiecontrole door feedback uit het netwerk te gebruiken. Verkeer wordt geregeld via

Belangrijke algoritmen komen uit de TCP-familie. TCP Tahoe en Reno introduceerden vroege vormen van congestiecontrole die

Veiligheids- en prestatieverbeteringen worden ondersteund door active queue management (AQM) en expliciete congestie-signalen. Voorbeelden zijn RED,

Toepassingsgebieden omvatten het internetverkeer, bedrijfsnetwerken en datacenters. Uitdagingen zijn onder meer eerlijke verdeling tussen meerdere stromen,

een
parameter
zoals
een
congestie-venster.
Wanneer
er
tekenen
van
congestie
zijn,
bijvoorbeeld
pakketverlies
of
expliciete
congestiesignalen
(ECN),
verlaagt
de
zender
de
verzendsnelheid;
bij
afwezigheid
van
congestie
wordt
de
snelheid
langzaam
verhoogd.
Dit
proces
wordt
vaak
beschreven
als
additive
increase
en
multiplicative
decrease
(AIMD)
van
de
verzendhoeveelheid.
werken
met
verlies
als
signaal.
Nieuw
Reno
verfijnt
dit
gedrag.
Moderne
varianten
zoals
TCP
Cubic
richten
de
venstergroei
op
een
kubische
functie
voor
betere
prestaties
bij
hoge
bandbreedte-latentieproducten.
TCP
BBR
probeert
daarentegen
de
bottleneck-bandbreedte
en
RTT
te
schatten
en
de
zendsnelheid
af
te
stemmen
op
die
schattingen,
vaak
los
van
pakketverlies.
CoDel
en
PIE,
die
wachtrijen
in
netwerken
beheren
om
bufferbloat
te
beperken.
ECN
laat
routers
congestie
signaleren
zonder
verlies,
zodat
zenders
sneller
kunnen
reageren.
prestatie
bij
draadloze
verbindingen
en
het
voorkomen
van
onnodige
vertragingen
door
overmatige
buffering.