Home

Afleggen

Afleggen is een werkwoord in het Nederlands met meerdere verwante betekenissen die te maken hebben met het voltooien of bevestigen van een handeling, vaak in formele of officiële contexten. Het voorvoegsel af- geeft meestal een gevoel van voltooiing, afstand nemen of afsluiting aan.

Een veelvoorkomende betekenis is het deelnemen aan een examen of test: een examen afleggen. Bijvoorbeeld: zij

Een andere belangrijke betekenis is het afleggen van een eed of belofte: de eed afleggen. Dit gebeurt

Verder kan afleggen betekenen dat men een afstand of route heeft voltooid: de afstand/route afleggen. Bijvoorbeeld:

Daarnaast wordt afleggen gebruikt bij verklaringen of rapportages: een verklaring afleggen bij de politie of een

Grammaticaal is afleggen een separabel werkwoord: in de tegenwoordige tijd splits het, bijvoorbeeld ik leg af,

heeft
vandaag
drie
examens
afgelegd.
In
veel
gevallen
zegt
men
ook
simpelweg
“een
examen
afleggen.”
Het
tegenovergestelde
is
“een
examen
halen,”
wat
meer
de
succesfactor
benadrukt.
bij
officiële
ceremonies,
benoemingen
of
toetreding
tot
een
beroepsgroep
en
draagt
een
juridische
of
formele
connotatie.
we
hebben
tien
kilometer
afgelegd
tijdens
de
wandeltocht.
verslag
afleggen
aan
een
commissie.
Het
duidt
op
het
geven
van
officiële
of
formele
informatie.
jij
legt
af,
wij
leggen
af.
De
voltooide
tijd
is
afgelegd.
De
betekenis
verschuift
per
context
en
vereist
meestal
een
bijbehorend
zelfstandig
naamwoord
(examen,
eed,
afstand,
verklaring).