Home

bevestigen

Bevestigen is een Nederlands werkwoord met meerdere, verwante betekenissen die draaien om zekerheid, vastmaken en bekrachtigen. De belangrijkste betekenissen zijn: fysiek vastmaken of bevestigen van een voorwerp aan een ander voorwerp (bijvoorbeeld een schilderij aan de muur bevestigen); het afgeven van een bevestiging of het verifiëren van informatie of afspraken (bijvoorbeeld een afspraak bevestigen); en figuurlijk het versterken of onderbouwen van een stelling, plan of conclusie (bijvoorbeeld een onderzoeksresultaat bevestigen).

Grondbeginselen van de spraakkunst: bevestigen is een regulier werkwoord. Het vervoegt als ik bevestig, jij bevestigt,

Het zelfstandig naamwoord bij bevestigen is bevestiging, wat de handeling zelf of het resultaat beschrijft. Voorbeelden:

hij
bevestigt;
verleden
tijd:
ik
bevestigde,
jij
bevestigde,
wij
bevestigden;
voltooide
tijd:
ik
heb
bevestigd.
Het
voltooid
deelwoord
is
bevestigd.
In
zinnen
kan
het
passief
voorkomen:
De
afspraak
is
bevestigd.
Het
infinitief
is
bevestigen;
met
context
kan
het
ook
gevolgd
worden
door
voor,
zoals
in
bevestigen
aan
de
muur
of
bevestigen
met
behulp
van
schroeven.
De
bevestiging
van
de
bestelling
werd
per
e-mail
verzonden;
de
bevestiging
dat
het
systeem
werkt,
kwam
snel
binnen.
Bevestigen
heeft
dus
zowel
een
praktische
betekenis
(iets
vastzetten)
als
een
informatieve
of
bevestigende
betekenis
(iets
als
waar
of
juist
erkennen).
In
verschillende
contexten
kan
het
synoniemen
of
nuance
verschillen,
zoals
bekrachtigen
in
formele
verlenging
of
bevestigen
in
alledaagse
communicatie.