Afbrekende

Afbrekende is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord en het deelwoord van afbreken. Het duidt op iets dat afbreekt, vernietigt of ontmantelt, of op een proces dat afbraak teweegbrengt. Als attributief bijvoeglijk woord behoudt het doorgaans de vorm afbrekende, bijvoorbeeld een afbrekende kracht, afbrekende enzymen of afbrekende processen. In bredere zin kan afbrekende ook betekenen dat iets degradatieve of destructieve effecten heeft.

Etymologie: afbreken is opgebouwd uit het voor- prefix af- (van weg) en breken. Het participium -kende levert de vorm afbrekende op.

Toepassingsgebieden: in de chemie en biochemie verwijst afbrekende naar reacties of enzymen die moleculen afbreken, zoals afbrekende enzymen die suikers of eiwitten afbreken. In de biologie en geneeskunde beschrijft men afbrekende processen zoals catabolisme. In geologie, bouwkunde en materialenwetenschappen spreken men van afbrekende krachten of processen die roesten, verweren of materie verzwakken. In sociale of taalkundige sferen kan afbrekende kritiek of beleid betekenen dat een situatie ondermijnt of verzwakt.

Zie ook: afbraak, degradatie, ontbinding, vernietiging.

Voorbeeldzinnen: De afbrekende werking van zuur laat het metaal uiteenvallen. Afbrekende enzymen spelen een cruciale rol in de spijsvertering.