Home

zuur

Zuur is een Nederlands woord met meerdere betekenissen. In de dagelijkse taal duidt het op een zure smaak, bijvoorbeeld die van citrusvruchten, en op een scherpe of bijtende toon. In de chemie is zuur een technisch begrip: een stof die in water waterstofionen vrijmaakt of de zuurtegraad van een oplossing verlaagt. Zuren reageren vaak kenmerkend met basen en metalen en kunnen corrosief zijn, afhankelijk van de stof en de omstandigheden.

Etymologisch is zuur verwant aan het Duitse sauer en het Engelse sour. Het gaat terug op een

Chemische zuren worden ingedeeld als sterk of zwak, en hun sterkte hangt af van de mate waarin

oudste
Germaanse
wortel
die
‘scherp’
of
‘zuur’
betekent.
In
het
Nederlands
wordt
het
woord
zowel
gebruikt
voor
smaak
als
voor
chemische
zuren;
de
twee
betekenissen
zijn
nauw
met
elkaar
verbonden
in
historisch
taalgebruik.
ze
waterstofionen
vrijmaken.
In
waterige
oplossingen
hebben
zuren
meestal
een
pH
onder
7
en
kleuren
lakmoespapier
rood.
Voorbeelden
van
alledaagse
zuren
zijn
zoutzuur
(waterstofchloride,
HCl),
zwavelzuur
(H2SO4)
en
azijnzuur
(CH3COOH).
In
voedsel
en
biologie
komen
zuren
voor
als
citroenzuur
en
melkzuur,
waar
ze
smaak
en
metabole
processen
beïnvloeden.
Zuren
zijn
belangrijke
reagentia
in
industrie
en
laboratoria
en
vereisen
zorgvuldige
hantering
vanwege
corrosiviteit
en
mogelijke
giftigheid.