APIcompatibiliteitslaag

Een API-compatibiliteitslaag is een softwarelaag die API-aanroepen van één versie of interface omzet of vertaalt naar een andere versie of interface, zodat software die voor de ene API geschreven is, op een platform met een andere API kan draaien zonder aanpassingen aan de broncode. Het doel is backwards- of forwards-compatibiliteit mogelijk te maken, migraties te vereenvoudigen en porting-werk te verminderen.

Werking: de compatibiliteitslaag onderschept de oproepen en voert mapping uit tussen functies, argumenten en foutcodes. Het vertaalt data-structuren, aanroepen- en geheugenconventies, tekencodering en platformgedrag indien nodig. In sommige implementaties fungeert de laag als wrapper of shim, soms als adapter die verschillende componenten aan elkaar knoopt. De laag kan als dynamische bibliotheek draaien of als onderdeel van een runtime-omgeving.

Typen en voorbeelden: veel voorkomende vormen zijn wrappers, shims en adapters. Een bekend voorbeeld is Wine, een compatibiliteitslaag die Windows-API's implementeert op Unix-achtige systemen, zodat Windows-applicaties zonder wijzigingen uitgevoerd kunnen worden. Rosetta 2, een vertaallaag in macOS, overbrugt instructie- en API-uitvoer tussen x86-applicaties en de ARM-architectuur. Andere platformen ontwikkelen soortgelijke lagen om oudere software of toepassingen in een nieuwere omgeving te laten werken.

Uitdagingen: volledige en exacte mapping kan ontbreken of duur zijn, wat tot gedrag- of prestatieverschillen leidt. Er kunnen beveiligingsrisico’s ontstaan bij het vertalen van API-signalen, en onderhoud kan complex zijn naarmate onderliggende API’s evolueren. Het gebruik vereist vaak afwegingen tussen compatibiliteit, prestaties en veiligheid.

Toepassingsgebied: vaak ingezet bij migraties, cross-platform distributie en het draaiend houden van legacy-software zonder heruitgave of broncodeherziening.