vrouwenarbeid

Vrouwenarbeid verwijst naar alle arbeid die door vrouwen wordt verricht binnen de economie, inclusief betaalde arbeid, zelfstandig ondernemerschap en, in brede zin, arbeid die bijdraagt aan productie en dienstverlening. In veel bronnen wordt onderscheid gemaakt tussen loonarbeid (betaald werk) en onbetaalde arbeid (huishoudelijk werk, zorg) dat meestal door vrouwen wordt uitgevoerd. Het begrip betreft zowel werk in loondienst als werk in de particuliere en publieke sector en inclusief informele vormen van arbeid.

Historisch gezien speelden genderrollen een sterke rol in de arbeidsverdeling. Voor de industriële samenleving deden vrouwen voornamelijk onbetaalde zorg- en huishoudelijke taken; met industrialisatie namen vrouwenparticipatie in betaalde arbeid toe, vaak onder belabberde arbeidsvoorwaarden en in segregatie van beroepen. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt in veel landen, gestimuleerd door onderwijs, sociale veranderingen en beleidsmaatregelen.

In recente decennia is de participatie van vrouwen in veel ontwikkelde economieën gestegen, maar bestaan er nog aanzienlijke verschillen in loon, carrièreperspectieven en werkduur. Beleidsmaatregelen zoals gelijke behandeling, anti-discriminatiewetgeving, ouderschapsverlof en kinderopvang worden ingezet om toegang tot werk te vergroten en genderongelijkheid te verminderen. Desondanks blijft de loonkloof bestaan en ligt de verdeling van zorgtaken in veel contexten nog steeds onevenredig bij vrouwen.

Vandaag vormen vrouwenarbeid en de daarmee samenhangende sectoren zoals zorg en dienstverlening een belangrijk onderdeel van economische dynamiek, terwijl maatschappelijke en beleidsmatige inspanningen gericht blijven op gelijke kansen, eerlijke arbeidsvoorwaarden en betere balans tussen werk en privéleven.