volmaaktheid
Volmaaktheid is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat de toestand of kwaliteit aanduidt van voltooing, volledigheid of onberispelijkheid. De term is afgeleid van volmaakt (perfect) en het suffix -heid, dat een toestand of eigenschap aangeeft. In alledaagse taal kan volmaaktheid verwijzen naar hoge bekwaamheid of uitstekend functioneren, maar in filosofische en theologische contexten heeft het vaak specifiekere betekenissen.
In de filosofie wordt volmaaktheid gebruikt bij discussies over de voltooide ontwikkeling van een zaak of
In christelijke theologie verwijst volmaaktheid vaak naar morele volmaaktheid of heiliging. Sommige tradities zien volmaaktheid als
In moderne, seculiere contexten kan volmaaktheid betrekking hebben op de volmaaktheid van een systeem, ontwerp of
Zie ook: perfectie, volmaakt, volmaaktheid in de filosofie van de deugd.