verslechteren

Verslechteren is een Nederlands werkwoord dat betekent beter te worden of te blijven; maar in de meeste contexten verwijst het naar het slechter worden, achteruitgaan of afnemen in kwaliteit. Het kan slaan op gezondheid, omstandigheden, prestaties, de staat van voorwerpen of situaties. Het tegenovergestelde is verbeteren.

Etymologie en verwante termen: verslechteren is opgebouwd uit het voorvoegsel ver- en het adjectief slecht, met de betekenis van verandering naar een slechtere toestand. Het is een Cognat van Duits verschlechtern. De bijbehorende nominale vorm is verslechtering, oftewel een proces of toestand van achteruitgang of degradatie, en daarmee verwant aan termen als achteruitgang en afname.

Gebruik en grammatica: verslechteren is doorgaans een intransitief werkwoord; meestal heeft het onderwerp geen direct object. In de tegenwoordige tijd: de toestand verslechtert. Verleden tijd: de toestand verslechterde. Voltooid deelwoord: verslechterd, met perfectum bijvoorbeeld: de situatie is verslechterd. Veel gebruikte uitdrukkingen zijn onder meer het verslechteren van de gezondheid, de situatie verslechtert door omstandigheden, en de economie is verslechterd na de crisis.

Voorbeelden: De temperatuur verslechtert snel bij gebrek aan zon. De gezondheid van de patiënt verslechterde na de operatie. Uit het rapport blijkt dat de situatie de afgelopen maanden aanzienlijk is verslechterd. Een verwante vorm is verslechtering, vaak gebruikt in formele of medische context.

Zie ook: verbeteren, achteruitgang, verslechtering.