Home

trombocytopathieën

Trombocytopathieën zijn stoornissen van de werking van bloedplaatjes (trombocyten) waarbij de bloedstolling verstoord is ondanks een normaal of slechts licht verlaagd aantal bloedplaatjes. Het gevolg is een verhoogde neiging tot bloedingen, vaak mucosale of oppervlakkige bloedingen zoals neusbloedingen, tandvleesbloeding en makkelijk ontstaan van blauwe plekken. De ernst en presentatie variëren per aandoening.

De aandoening kan erfelijk zijn (congenitaal) of verworven. Congenitale trombocytopathieën ontstaan door genetische mutaties die plaatjesfunctie

Voorbeelden van erfelijke trombocytopathieën zijn onder andere Glanzmann-thrombasthenie (defect in het GPIIb-IIIa-receptorcomplex), Bernard-Soulier-syndroom (defect in de

Diagnose gebeurt op basis van anamnese en laboratoriumonderzoek. Bloedbeeld kan normaal zijn; uitgebreide plaatjesfunctieonderzoeken zoals licht-transmissie

Behandeling is gericht op preventie en behandeling van bloedingen: vermijden van niet-essentiële NSAID’s, gebruik van desmopressine

beïnvloeden,
bijvoorbeeld
in
de
receptoren
of
in
de
opslag
en
afgifte
van
stofjes
die
nodig
zijn
voor
de
plaatjesactivatie.
Verworven
trombocytopathieën
ontstaan
onder
andere
door
geneesmiddelen
zoals
NSAID’s
en
andere
antiplatelet
drugs,
of
door
ziekten
zoals
nier-
of
leverinsufficiëntie
en
uraemie,
die
de
plaatjeswerking
tijdelijk
of
langdurig
verstoren.
GPIb-IX-V
receptor),
opslagputstoornissen
zoals
storage
pool
disease
en
andere,
minder
vaak
voorkomende,
opslagdefecten.
Acquired
vormen
komen
vaker
voor
bij
gebruik
van
antitrombocytaire
medicatie
zoals
aspirine
en
clopidogrel,
en
bij
aandoeningen
die
de
plaatjesfunctie
beïnvloeden.
aggregometrie
en
flowcytometrie
worden
gebruikt
om
afwijkingen
in
plaatjesfunctie
te
detecteren.
Genetische
testing
kan
bij
verdenking
op
een
erfelijke
vorm
worden
aangevuld.
(DDAVP)
bij
selecte
aandoeningen,
antifibrinolytische
middelen
zoals
tranexaminezuur
voor
mucosale
bloedingen,
en
indien
nodig
plaatjestransfusie
bij
ernstige
bloedingen
of
chirurgische
ingrepen.
De
therapie
is
afhankelijk
van
de
specifieke
aandoening
en
kan
in
sommige
gevallen
participeren
in
klinische
studies
of
gespecialiseerde
centra
vereisen.