tolereert

Tolereert

Tolereert is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord tolereren, wat betekent: toestaan, verdragen of accepteren. Het wordt gebruikt wanneer iemand verschil of afwijking toelaat of gedoogt, vaak ondanks (of juist naast) afkeuring of bezwaar. Toleren kan slaan op meningen, gedrag, normen of praktijken, maar ook op lasten of onaangename omstandigheden die iemand moet dragen.

Etymologie en verwante termen: tolereren is afgeleid van het Latijnse tolerare en kwam via het Franse tolérer in het Nederlands terecht. Het is verwant aan het Engelse “to tolerate.” Het zelfstandig naamwoord is tolerantie; het bijvoeglijk naamwoord tolerant.

Gebruik en nuances: tolereert wordt veelvuldig in sociale, politieke en juridische contexten aangetroffen, bijvoorbeeld: “De maatschappij tolereert verschillende geloofsopvattingen.” Het woord drukt een normatieve houding uit: iets wordt gedoogd maar niet per se omarmd. Het is verschillend van woorden als verdragen of verdraagzaamheid: verdraagzaamheid benadrukt het vermogen om te dragen, terwijl tolereren eerder wijst op toestemming of acceptatie van bestaan zonder active goedkeuring.

Voorbeeldzinnen: “De gemeente tolereert geen discriminatie.” “Zij tolereert afwijkende meningen.”

Conjugatie in de tegenwoordige tijd: ik tolereer, jij tolereert, hij tolereert, wij tolereren, jullie tolereren, zij tolereren. Verleden tijd: tolereerde; voltooide tijd: getolereerd.