Home

plosieven

Plosieven, ook wel stopconsonanten genoemd, vormen een klasse medeklinkers die wordt gekenmerkt door een volledige occlusie van de luchtstroom in de keel- en mondholte, gevolgd door een korte release waardoor een burst ontstaat. Deze klanken komen voor op verschillende plaatsen in het mondgebied: bilabiaal (p, b), alveolair (t, d) en velair (k, g) zijn de meest voorkomende. Plosieven kunnen stemloos of stemhebbend zijn: p, t, k zijn stemloos en b, d, g zijn stemhebbend. In het standaard Nederlands is aspiratie van plosieven niet fonemisch; de release kan variëren maar levert doorgaans geen aparte klankwaarde op.

In de fonetiek onderscheiden plosieven zich door drie eigenschappen: manier van articulatie (stop), stemhebbendheid en plaats

Plosieven hebben een kenmerkende functie in de typologie van klanken en worden vergeleken met andere klassen

van
articulatie.
In
het
Nederlands
spelen
ze
een
cruciale
rol
in
de
klankstructuur
en
worden
ze
veelvuldig
toegepast
in
de
onset
van
syllaben,
maar
komen
ze
ook
voor
in
de
coda
van
woorden,
waar
final
devoicing
optreedt:
aan
het
einde
van
een
woord
klinken
de
stemhebbende
en
stemloze
stops
meestal
stemloos.
zoals
fricatieven
en
nasalen.
Waar
fricatieven
turbulente
luchtstroming
gebruiken,
leveren
plosieven
bij
release
een
korte
burst
die
helpt
bij
het
onderscheiden
van
morfemen
en
syllabische
structuur.
In
gesproken
taal
geven
ze
samen
met
andere
plosieven
en
medeklinkers
de
basis
aan
de
woordspelling
en
uitspraak.