Home

plasmamembraan

De plasmamembraan, ook wel celmembraan genoemd, is de dunne, flexibele scheidslijn die het cytoplasma van de buitenwereld scheidt. Ze vormt de fysische grens van de cel en reguleert wat naar binnen en naar buiten gaat, zodat de interne samenstelling behouden blijft. De membraan speelt daarmee een centrale rol in stofuitwisseling, signaaltransductie en stevigheid.

Structuur en samenstelling: de membraan bestaat voornamelijk uit een fosfolipidelaag met een hydrofobe kern en hydrofiele

Functies en processen: de membraan bepaalt selectieve permeabiliteit, zodat water, voedingsstoffen en afvalstoffen op maat bepalen

Variatie tussen organismen: de samenstelling van lipiden en sterolen varieert; archeële membranen bevatten etherlipiden die chemisch

buiten-
en
binnenkant.
Deze
fosfolipiden
vormen
een
semi-permeabele
bilayer
waarin
eiwitten
zijn
ingebed
of
aan
de
rand
bevestigd.
In
eukaryoten
levert
cholesterol
stabiliteit
en
regelt
het
viscositeit;
eiwitten
fungeren
als
kanalen,
transporters,
receptoren
en
enzymen.
Het
klassieke
fluïde
mosaïek-model
beschrijft
de
plasmamembraan
als
een
dynamisch
mengsel
waarbij
lipiden
en
eiwitten
gedurende
tijd
kunnen
bewegen
en
in
asymmetrische
plaatsten
voorkomen.
Koolhydraatgroepen
op
uitwendige
membraanoppervlakken
vormen
glycoproteïnen
en
glycolipiden
die
een
rol
spelen
bij
herkenning
en
communicatie.
en
geleidelijk
bewegen
via
passieve
diffusie
of
gefaciliteerde
diffusie
door
kanalen
en
transporters.
Actief
transport
vergt
energie,
bijvoorbeeld
via
pompen.
Endocytose
en
exocytose
verplaatsen
materiaal
in
en
uit
de
cel.
Verder
dienen
membraanreceptoren
als
sensoren
voor
signalen,
en
glycoproteïnen
en
glycolipiden
dragen
bij
aan
celherkenning
en
immuunrespons.
verschillen
van
bacteriële
en
eukaryotische
membranen,
wat
bijdraagt
aan
stabiliteit
onder
extreme
omstandigheden.