Home

paddenstoel

Een paddenstoel is de vruchtlichaam van een schimmel. Hij verschijnt boven het substraat en bestaat doorgaans uit een hoed (kap) en een steel, met lamellen of een ander oppervlak eronder. De hoed bevat sporen die verspreid kunnen worden om andere organismen te bereiken. In informele taal wordt vaak van paddenstoel gesproken, maar in biologie verwijst men precies naar dit reproductieve gedeelte van de schimmel.

De paddenstoel is dus de reproductieve structuur; het mycelium is het onderliggende netwerk van schimmeldraden in

Ecologie: paddenstoelen komen vrijwel overal voor, vooral in vochtige bossen en op decaying materiaal. Ze fungeren

Taxonomie en vormen: paddenstoelen behoren tot verschillende groepen binnen de schimmels, voornamelijk Basidiomycota en Ascomycota. Ze

Menselijk gebruik en veiligheid: paddenstoelen worden wereldwijd als voedsel gebruikt. Voorbeelden van eetbare soorten zijn champignon

het
substraat.
Het
mycelium
neemt
voedingsstoffen
op
en
produceert
uiteindelijk
de
paddenstoel
om
sporen
te
verspreiden.
Sporen
worden
door
wind,
water
of
dieren
verder
verspreid.
als
afbrekers,
vormen
relaties
met
planten
(mycorrhiza)
en
sommige
zijn
parasitair.
Door
die
rollen
dragen
ze
bij
aan
de
afbraak
van
hout
en
het
kringlopen
van
voedingsstoffen.
variëren
van
hoeden
met
lamellen
tot
poreuze
of
vlezige
vormen.
Niet
alle
paddenstoelen
zijn
eetbaar;
velen
kennen
giftige
of
onsmakelijke
exemplaren.
(Agaricus
bisporus),
oesterzwam
(Pleurotus
ostreatus)
en
shiitake
(Lentinula
edodes).
Anderen
zijn
giftig
of
hallucinogeen;
identieke
kenmerken
kunnen
leiden
tot
verwisseling.
Betrouwbare
identificatie
en
toezicht
door
erkende
leveranciers
wordt
aanbevolen.