Home

oriënatie

Oriënatie verwijst in het Nederlands naar het proces van het bepalen van positie en richting ten opzichte van de omgeving, en naar het proces van zich oriënteren op een situatie, doel of omgeving. In de praktijk wordt vaak gesproken van oriëntatie in drie hoofdcontexten: navigatie en geografische oriëntatie, onboarding en introductie in een organisatie of instelling, en biologische of cognitieve oriëntatie bij mensen en andere dieren.

Geografische oriëntatie en navigatie: mensen en veel dieren zetten visuele cues, gehoor, het vestibulair systeem en,

Onboarding en onderwijs: op scholen, universiteiten en in bedrijven is oriëntatie een voorbereidende fase waarin nieuwkomers

Biologische en cognitieve oriëntatie: bij mensen en dieren is het vermogen tot oriëntatie verweven met zintuiglijke

bij
sommige
soorten,
magnetische
of
chemische
signalen
in
om
positie
en
richting
te
bepalen.
Praktische
hulpmiddelen
zoals
kaarten,
kompassen
en
GPS
ondersteunen
oriëntatie,
en
mentale
kaarten
helpen
bij
navigatie
zonder
externe
aanwijzingen.
Onderzoekers
onderscheiden
vaak
egocentrische
oriëntatie
(gericht
op
het
eigen
lichaam)
en
allocentrische
oriëntatie
(gericht
op
objecten
in
de
omgeving).
informatie
krijgen
over
beleid,
procedures,
faciliteiten
en
cultuur,
en
leren
waar
zij
hulp
kunnen
vinden.
Doel
is
de
overgang
naar
een
vertrouwde,
functionele
situatie
te
vergemakkelijken.
waarneming
en
geheugen.
Het
vestibulaire
systeem
in
het
oor
ondersteunt
balans
en
ruimtelijk
gevoel;
bij
verschillende
soorten
spelen
herkenning
van
cues
zoals
licht
en
magnetische
signals
een
rol
in
migratie
en
navigatie.