onderzoeksautonomie
Onderzoekautonomie verwijst naar het recht en de capaciteit van onderzoekers en onderzoeksinstellingen om binnen wettelijke en ethische kaders zelfstandig te bepalen welke onderzoeksvragen worden gesteld, welke methoden worden toegepast en hoe resultaten worden gedeeld. Het omvat zowel de individuele autonomie van onderzoekers als de organisatorische autonomie van instellingen zoals universiteiten en onderzoekscentra die onderzoeksagenda’s en -beleid bepalen.
Het is een kernonderdeel van academische vrijheid en wordt wereldwijd gezien als drijvende kracht achter wetenschappelijk
Autonomie kent grenzen: deze berust op de wetgeving en op normen voor wetenschappelijke integriteit, privacy en
In Nederland maakt onderzoeksautonomie deel uit van de bredere universiteitsautonomie en academische vrijheid. Deze autonomie opereert