natteecosystemen

Natteecosystemen zijn gebieden waarin water een dominante rol speelt in de hydrologie en waarin waterverzadigde bodems voorkomen. Ze omvatten zoetwater- en brakke systemen en variëren van permanente moerassen tot tijdelijk overstroomde graslanden. Typische planten zijn onder meer riet (Phragmites australis) en lisdodde (Typha spp.), maar ook drassige onderwater- en zwevende vegetaties komen voor.

Voorbeelden van natteecosystemen zijn moerassen en veenlanden, rietmoerassen, moerasbossen en kust- of getijdenmoerassen. Ze kunnen open water bevatten, drijvende vegetatie of natte graslanden omvatten en vormen een complexe habitatstructuur die veel organismen ondersteunt.

Natteecosystemen leveren belangrijke ecosysteemdiensten: behoud van biodiversiteit, filtratie en zuivering van water, waterbergings- en overstromingsreductie, en koolstofopslag, vooral in veengebieden. Ze dragen bij aan grondwateraanvulling en bieden recreatieve en culturele waarden.

Ze ondersteunen talrijke organismen, waaronder vogelsoorten, amfibieën, vissen en ongewervelden, en planten aangepast aan natte omstandigheden. Druk door drainage voor landbouw, verstedelijking, veenafgraving en vervuiling bedreigt hun gebieden en kan soortenverlies veroorzaken. Klimaatverandering kan verzilting en verzuring van kustnatte gebieden versterken.

Bescherming en herstel komen via Ramsar-sites en Natura 2000 en via nationaal beleid. Herinundatie en herstel van natuurlijke hydrologie, samen met herplanting en behoud van inheemse vegetatie, zijn veelgebruikte maatregelen om natteecosystemen veerkrachtiger te maken.