Home

muisbewegingen

Muisbewegingen verwijzen naar de bewegingen van muizen, met name de huis-tuin-en-keukenmuis (Mus musculus) en verwante soorten. In de biologie en ethologie bestudeert men hoe muizen voortbewegen, exploreren, voedsel vergaren en ontsnappen aan predatoren. Muizen bewegen zich op vier poten en gebruiken een flexibele romp en korte ledematen om snel te accelereren en te remmen. Bij lage snelheden lopen ze meestal met rustige passen, bij hogere snelheden nemen de passen toe en kunnen korte sprongen voorkomen. De staart fungeert als counterbalans en helpt bij balans op oneffen of gladde oppervlakken. Het bewegingsapparaat is relatief licht maar sterk, waardoor muizen goed kunnen manoeuvreren in krappe ruimten.

Zintuigen en navigatie: muizen vertrouwen op een combinatie van reuk-, tast- en gehoorsignalen. De snorharen (vibrissae)

Onderzoek en toepassing: in laboratoria worden muizen gebruikt om motorische functies en neurologische aandoeningen te bestuderen.

Ecologie en welzijn: in natuurlijke en semi-natuurlijke omgevingen beïnvloeden factoren als voedselbeschikbaarheid, predatie en habitatstructuur muizenbewegingen.

geven
informatie
over
de
nabijheid
en
vorm
van
objecten.
Visuele
waarneming
is
beperkt
bij
weinig
licht;
muizen
gebruiken
bewegings
cues
en
ruimtelijk
geheugen
om
hun
omgeving
te
interpreteren.
De
hippocampus
speelt
een
sleutelrol
bij
ruimtelijk
geheugen
en
routeplanning.
Tests
zoals
het
open
veld,
rotarod
en
balansbaan
meten
beweging,
coördinatie
en
motorische
controle.
De
bevindingen
dragen
bij
aan
kennis
over
pijn,
gedragsmatig
functioneren
en
neurodegeneratieve
ziekten.
Bij
gehouden
muizen
staat
verantwoord
beheer
en
humane
verzorging
voorop.