motorfietsmotoren

Motorfietsmotoren zijn compacte interne verbrandingsmotoren die speciaal zijn ontworpen voor motorfietsen. Ze leveren vermogen aan het achterwiel via een koppeling en een handgeschakelde of automatische transmissie. De meeste moderne motorfietsmotoren zijn viertakt en werken op benzine; tweetaktmotoren bestaan nog in bepaalde nichemarkten en oudere modellen, maar komen steeds zeldzamer voor vanwege emissie- en efficiëntie-eisen.

Cilinderconfiguraties variëren en bepalen eigenschappen zoals balans en trillingen. Veelvoorkomende layouts zijn enkelcilinder, parallel-twin (tweecilinder naast elkaar), V-twin (twee cilinders in een V-vorm), boxermotor (boxer-twin) en inline-vier (vier cilinders achter elkaar). De configuratie beïnvloedt gewicht, trillingen, koeling en rij-eigenschappen. Uitlaatpijpen, krukas en ontsteking dragen bij aan het karakter van de motor en het rijgevoel.

Koeling en smering: luchtgekoelde blokken zijn robuust en licht maar minder effectief bij hoge temperaturen; watergekoelde blokken bieden betere temperatuurregeling en emissieniveaus. Smering gebeurt meestal met een natte sump olie, hoewel sommige high-performance of racemotoren een droge sump gebruiken. Brandstofinjectie is tegenwoordig standaard; traditionele carburateurs zijn zeldzaam geworden en worden door ECU's aangestuurd voor betere prestaties en verbruik.

Prestaties en onderhoud: motorinhoud varieert van ongeveer 50 cc tot meer dan 1800 cc; vermogen van enkele tientallen pk tot meer dan 150 kW bij de meest krachtige sportmotoren. Het koppel en het bereik van toerental bepalen rijgedrag, acceleratie en brandstofefficiëntie. Technologieën zoals elektronische brandstofinjectie, variabele kleptiming, ride-by-wire, ABS en traction control verbeteren betrouwbaarheid, veiligheid en emissies. Regelgeving zoals Euro 5/6 drijft verdere optimalisatie van verbranding en uitlaatgasreductie.