Home

leestekens

Leestekens zijn tekens die in geschreven taal worden gebruikt om zinnen te structureren, pauzes aan te geven en de toon of bedoeling van een tekst te verduidelijken. Ze helpen lezers zinsbouw en samenhang te herkennen, geven aan wanneer iemand iets zegt of een vraag stelt, en maken onderscheid tussen onderdelen zoals zinnen, zinsdelen en citaten. Het onderwerp blijft begrijpelijker en de leeshouding wordt bepaald door de gebruikte leestekens.

De belangrijkste leestekens zijn onder andere: punt (.) om een zin af te sluiten; komma (,) voor pauze

Puntsystemen kunnen per taal en stijlhandsteen verschillen. Schrijvers kiezen leestekens om helderheid, ritme en toon te

en
scheiding
van
zinsdelen;
puntkomma
(;)
als
lichtere
scheiding
dan
een
punt
maar
liever
dan
een
nieuw
zinsverband;
dubbele
punt
(:)
ter
inleiding
van
uitleg,
opsomming
of
citaat;
vraagteken
(?)
aan
het
eind
van
een
vraag;
uitroepteken
(!)
bij
nadruk
of
emotie.
Daarnaast
zijn
er
koppelteken
(-)
voor
samenstellingen
of
woorddelen
die
verdeeld
worden;
lange
streep
(—)
voor
onderbreking
of
toevoeging;
ellips
(...
)
voor
weglating
of
aarzelende
toon.
Haakjes
(
)
geven
aanvullende
informatie;
vierkante
haakjes
[
]
worden
soms
toegepast
in
redactie
of
citaten.
Aanhalingstekens
"
"
geven
directe
citaten
of
uitspraken
aan;
enkele
aanhalingstekens
'
'
komen
voor
in
bepaalde
stijlgidsen
of
wanneer
een
citaat
in
een
citaat
verschijnt.
Een
apostrof
(')
toont
soms
weglating
of
bezit
in
bepaalde
contexten.
sturen,
en
stijlregels
beschrijven
vaak
waar
en
hoe
ze
het
meest
geschikt
zijn.