Home

pauze

Pauze is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat een korte rust of onderbreking in een lopende activiteit aanduidt. Een pauze kan worden genomen tijdens werk, studie, reizen of bij optredens. In gesprekken wordt vaak gesproken over een pauze nemen of even pauzeren. De gerund vorm is pauzeren.

Etymologie: Het woord pauze komt via Franse pause en Latijn pausa uit het Grieks pausa, wat onderbreking

Toepassingsgebieden: In de praktijk worden pauzes in bedrijven en scholen vaak vastgelegd in beleid of de cao.

Overige opmerkingen: Het woord wordt in veel Rijndelta- en Duitstalige contacten als leenwoord herkend, en er

of
stilte
betekent.
In
het
Nederlands
is
de
spelling
al
lange
tijd
ingeburgerd
en
wordt
het
gebruikt
in
verschillende
contexten.
In
muziek
en
podiumkunsten
verwijst
pauze
naar
een
rustsignaal;
in
notatie
geeft
de
pauze
de
duur
van
stilte
aan.
In
media
zoals
televisie,
radio
en
film
kan
een
pauze
een
overgang
of
stilte
markeren.
Bij
sportwedstrijden
is
een
pauze
of
time-out
een
korte
stop
in
het
spel.
Figuurlijk
kan
pauze
ook
verwijzen
naar
een
tijdelijke
uitstel
of
adempauze
in
processen
of
besluitvorming.
bestaan
varianten
zoals
in
Fries
en
enkele
dialecten
met
minimale
fonetische
verschillen.
In
het
dagelijks
taalgebruik
is
pauze
een
gangbaar
begrip
dat
zowel
letterlijk
als
figuurlijk
kan
worden
toegepast
om
een
onderbreking
of
ademruimte
aan
te
duiden.