Home

laminaatdeeg

Laminaatdeeg is een deegsoort die wordt gemaakt door lamineren: tussen deeglagen ontstaan dunne, vetrijke vellen, waardoor bij het bakken veel korte, luchtige en krokante lagen ontstaan. Het wordt vooral gebruikt in patisserie voor bladerdeegachtige producten en croissants.

De basis van laminaatdeeg bestaat meestal uit een detrempe (het hoofddeeg) van bloem, water en zout, soms

Tijdens het bakken smelt de boter en ontstaat stoom tussen de lagen, waardoor het deeg omhoogplit en

Toepassingen omvatten bladerdeeg, croissants, vol-au-vent en mille-feuille, zowel zoet als hartig. Laminaatdeeg vereist zorgvuldige manipulating en

met
melk
of
ei.
Een
blok
boter
wordt
apart
voorbereid
en
verpakt
in
een
rechthoek
die
qua
grootte
en
temperatuur
overeenkomt
met
de
uitgerolde
detrempe.
Het
deeg
en
de
boter
worden
samengevoegd
tot
een
pakket
en
vervolgens
uitgelijnd
en
uitgerold.
Door
een
serie
vouwen,
vaak
“turns”
genoemd,
en
tussentijds
rusten
in
de
koelkast
ontstaan
steeds
meer
lagen.
Het
aantal
tournees
(bij
bladerdeeg
doorgaans
3
tot
4;
bij
doortaster
diverse
varianten
hoger)
bepaalt
hoeveel
lagen
het
eindresultaat
zal
hebben.
een
gelaagde,
knapperige
structuur
krijgt.
Een
cruciaal
punt
in
laminaatdeeg
is
temperatuurbalans:
boter
en
deeg
moeten
koud
blijven
om
te
voorkomen
dat
vet
smelt
voordat
de
lagen
zijn
opgebouwd.
koelprocedures
om
de
gewenste
structuur
te
bereiken.