koopkrachtige

Koopkrachtige is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat aangeeft dat iemand, een huishouden, een bedrijf of een valuta over aanzienlijke koopkracht beschikt: men kan er veel goederen en diensten mee aanschaffen in verhouding tot de prijsniveaus. De verwante term is koopkracht, het concept dat de reële hoeveelheid goederen en diensten beschrijft die met een gegeven inkomen kan worden gekocht.

Het begrip wordt veel gebruikt in economie, beleid en marketing. Uitdrukkingen als koopkrachtige huishoudens of koopkrachtige vraag verwijzen naar groepen met voldoende of hoge inkomens om aanzienlijke consumptie te kunnen betalen. De term is contextafhankelijk en kan in de ene situatie verwijzen naar een hoog reëel inkomen, en in een andere naar een relatief sterke valuta.

Koopkracht hangt af van inkomen en prijsniveau. Veranderingen in inflatie, het nominale inkomen en de belastingdruk beïnvloeden de koopkracht. In internationaal verkeer wordt vaak gesproken van koopkracht of koopkrachtpariteit (PPP) om valuta’s te vergelijken op basis van wat ze in eigen land kunnen kopen.

Beleid en bedrijfsstrategie richten zich vaak op de koopkracht van doelgroepen: verhoging van reële lonen, prijsstijgingen, belastingmaatregelen of subsidies beïnvloeden koopkracht. In marktanalyse wordt de koopkrachtige consumentengroep afgebakend voor gerichte producten en marketing, zodat strategieën aansluiten op wat men zich kan veroorloven.