Home

prijsstijgingen

Prijsstijgingen verwijzen naar het toenemen van prijzen van goederen en diensten over een bepaalde periode. Ze kunnen betrekking hebben op specifieke producten, maar ook op het bredere prijsniveau. Wanneer het algemene prijspeil stijgt, spreken economen meestal van inflatie. Prijsstijgingen kunnen tijdelijk zijn of aanhoudend door structurele factoren.

Oorzaken: vraaggerelateerde stijgingen (toegenomen bestedingen), kostenstijgingen (grondstoffen, energie, lonen), logistieke verstoringen en schaarste; wisselkoersbewegingen; belastingen en

Metingen: de consumentenprijsindex (CPI) meet de gemiddelde prijsverandering van een mand goederen en diensten. Een kern-CPI

Effecten: prijsstijgingen verlagen de koopkracht en veranderen bestedingspatronen. Hogere kosten kunnen bedrijven dwingen prijzen te verhogen

Beleid en respons: monetair beleid (aanpassingen van de rente) en fiscaal beleid (belastingen, subsidies) proberen inflatiedruk

regelgeving;
en
veranderende
verwachtingen
over
toekomstige
prijzen.
Vaak
spelen
meerdere
factoren
tegelijk.
laat
volatiliteit
zoals
voedsel
en
energie
buiten
beschouwing.
De
producentenprijsindex
(PPI)
meet
prijsveranderingen
bij
producenten.
Centrale
banken
volgen
inflatiecijfers
om
het
beleid,
zoals
de
rente,
te
sturen.
of
te
investeren
minder.
Langdurige
inflatie
kan
spaargeld
schaden
en
de
kostprijs
van
lenen
verhogen.
Armoede
en
inkomensongelijkheid
kunnen
door
prijsdruk
toenemen.
te
temperen.
Structurele
maatregelen,
zoals
verbetering
van
energie-efficiëntie
en
productiviteit,
kunnen
prijsdruk
op
de
lange
termijn
verlichten.
Beleid
moet
afstemmen
op
de
economische
omstandigheden
en
maatschappelijke
effecten.