klokslag

Klokslag is een Nederlands woord en uitdrukking die het exacte moment aanduidt waarop een klok slaat, meestal het begin van een vol uur. De term is opgebouwd uit klok en slag, waarbij slag verwijst naar de klank en beweging die het tijdstip aangeeft. In gebruik kan klokslag zowel als zelfstandig tijdsbepalend begrip dienen (klokslag twaalf) als in combinatie met voorzetsels (op klokslag twaalf uur, tegen klokslag twaalf).

Gebruik en varianten: klokslag kan als aanduiding van een specifiek tijdstip dienen in zinnen als “om klokslag tien uur begon de voorstelling” of “de winkel gaat om klokslag negen uur open.” Veelvoorkomende varianten zijn “tegen klokslag” en “met klokslag,” die allebei aangeven dat iets precies op het genoemde moment gebeurt.

Context en functies: de uitdrukking komt veel voor in nieuwsberichten, radiouitzendingen, openbaar vervoer en bedrijfscommunicatie, waar exacte vertrektijden, openingstijden of startmomenten moeten worden benadrukt. Het woord draagt een gevoel van exactheid en punctualiteit en kan zowel formeel als informeler gebruikt worden.

Historische context: voor de moderne tijdmeting speelden klokken en hun slag een cruciale rol bij het bepalen van gemeentestructuren, schoolroosters en dienstroosters. Klokslagen fungeerden als gezaghebbende referentiepunten voor gemeenschappelijke tijdsaanduiding, vaak gekoppeld aan kerk- of stadsclokken.

Zie ook: klok, slag, tijdsaanduiding.