kijkend
Kijkend is de present participle van het Nederlandse werkwoord kijken (to look, to watch). Het wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord of als bijwoordelijk deelwoord en geeft aan dat de handeling van kijken op dat moment gaande is of tegelijk gebeurt met een andere handeling. De vorm wordt doorgaans opgebouwd met de uitgang -end; als bijvoeglijk naamwoord verschijnt vaak de verbuigde vorm kijkende, bijvoorbeeld de kijkende toeschouwer. In predicatieve of adverbiale positie kan ook de kortere vorm kijkend voorkomen, bijvoorbeeld in zinnen als “Hij zat kijkend naar het scherm” of “Kijkend naar de horizon bleef hij stil.”
Grammaticaal gezien functioneert kijkend als participium: het verwijst naar de handeling van kijken zonder een aparte
Etymologisch vindt kijkend zijn oorsprong in kijken, met dezelfde Germanische wortels als vergelijkbare participles in verwante