Home

keelverdoving

Keelverdoving is het verdoven van het keel- en faryngeale gebied om pijn en de gag-reflex te verminderen tijdens medische procedures. Het wordt toegepast bij onder andere faryngoscopie en laryngoscopie (onderzoek van keel en stemkast), endoscopie van de bovenste luchtwegen, tandheelkundige ingrepen die irritatie van de keel veroorzaken, en bij het inbrengen van een neussonde. De verdoving kan plaatsvinden met lokale anesthetica in vorm van spray, gel of vloeistof die op het slijmvlies wordt aangebracht of in de keel wordt gespuwd. Bij sommige ingrepen kan ook een diepe verdoving worden bereikt met een zenuwblok, bijvoorbeeld een glossopharyngeale zenuwblok of een blok rondom de superior laryngeale zenuw, meestal uitgevoerd door een gespecialiseerd team.

Meest gebruikte middelen zijn lokale anesthetica zoals lidocaïne (bijvoorbeeld 2–4% in spray- of gelvorm) en, minder

Veiligheidsaspecten en bijwerkingen zijn onder meer kortdurende gevoelloosheid of een branderig gevoel in de keel, moeite

vaak,
benzocaïne.
De
onset
van
werking
is
meestal
binnen
enkele
seconden
tot
enkele
minuten,
met
een
duur
van
circa
20
tot
60
minuten
afhankelijk
van
het
middel
en
de
toepassingswijze.
Bij
kinderen
gelden
verlaagde
doseringen
en
extra
voorzichtigheid
vanwege
het
risico
op
systemische
bijwerkingen.
Benzocaïne
kan
bij
sommige
personen
met
éénmalige
of
herhaalde
blootstelling
tot
methemoglobinemie
leiden;
lidocaïne
kan
bij
hoge
doses
toxische
verschijnselen
geven.
met
slikken
of
spreken,
hoesten
of
lichte
keelirritatie.
Ernstige
bijwerkingen
zijn
zeldzaam
maar
mogelijk
en
omvatten
systemische
toxiciteit
en
allergische
reacties.
Keelverdoving
gebeurt
doorgaans
onder
toezicht
van
een
arts
of
tandarts,
met
aandacht
voor
de
indicatie,
dosis
en
de
toestand
van
de
patiënt.
Na
de
procedure
is
het
advies
om
tijdelijk
geen
warme
dranken
te
gebruiken
tot
de
gevoelloosheid
voorbij
is
en
het
eten
voorzichtig
te
kiezen.