Home

infiltratietests

Infiltratietests zijn veld- of laboratoriumprocedures om de snelheid te meten waarmee water in een bodem infiltreert. Ze leveren informatie over de infiltratiescapaciteit en de hydraulische eigenschappen van de bodem, wat van belang is voor drainageontwerp, irrigatieplanning, bodembalans en hydrologische modellering. Doel is inzicht krijgen in hoe snel water door de bodem horizontaal en verticaal kan bewegen onder verschillende vocht condities.

In het veld worden doorgaans drie hoofdtypen methoden toegepast. Het enkelringinfiltrometer meet de infiltratie met een

Tijdens een infiltratietest worden de ingedrongen watermassa en de tijd vastgelegd, zodat de infiltrace snelheid f(t)

Toepassingen omvatten drainage- en irrigatieplanning, drainageontwerp bij bouwactiviteiten en hydrologische simulaties. Beperkingen zijn variërende bodem­samenstelling, oppervlaktestructuur,

waterstand
in
een
enkele
ring
en
kan
constant-head
of
falling-head
manieren
gebruiken;
hierbij
is
aandacht
nodig
voor
randinvloeden.
De
dubbelringinfiltrometer
gebruikt
twee
ringen
zodat
het
influxgebied
rondom
de
test
minder
door
randstroming
wordt
beïnvloed.
De
spanningsinfiltrometer
(tension
infiltrometer)
beperkt
infiltrace
met
een
gecontroleerde
suction,
waardoor
ongesättigde
infiltratie
beter
kan
worden
gemeten,
vooral
op
fijnere
bodems.
Laboratoriummethoden
variëren
van
kolominfiltratie
tot
gesimuleerde
infiltratie
op
monsters
in
proefopstellingen.
en
de
gecumuleerde
infiltratie
F(t)
kunnen
worden
berekend.
Gegevens
worden
vaak
geanalyseerd
met
modellen
zoals
het
Horton-model
(f
=
f_c
+
(f_0
-
f_c)
exp(-k
t)),
Green–Ampt
of
Philip.
Uit
deze
modellen
worden
parameters
zoals
initiële
infiltratiesnelheid,
het
langetermijninfiltratiesnelheidsniveau
en
sorptiviteitskenmerken
afgeleid.
droog-
of
verzadigingsgrenzen,
vegetatie
en
randinvloeden,
die
de
representativiteit
en
reproduceerbaarheid
van
de
metingen
beïnvloeden.