Home

heterozygoten

Heterozygoten zijn individuen die op een bepaald genetisch locus twee verschillende allelen dragen, bijvoorbeeld Aa in plaats van AA of aa. Dit in tegenstelling tot homozygoten, die twee identieke allelen hebben. De term wordt gebruikt bij organismen uit alle takken van het leven en geldt zowel voor onderzochte kenmerken als voor genetische interpretaties.

In veel gevallen bepaalt een dominant en een recessief allel de fenotype van een trait. Bij heterozygoten

Heterozygoten spelen ook een rol in ziekten en genetische draaglabels. Een individu kan een ziekelijke recessieve

In populatiegenetica wordt heterozygotie gezien als maat voor genetische variatie in een populatie. Een hogere mate

verschijnt
dan
meestal
het
dominante
fenotype.
Maar
niet
alle
eigenschappen
volgen
deze
eenvoudige
patroon:
bij
incomplete
dominantie
is
het
fenotype
van
het
heterozygoot
individu
tussen
de
twee
ouders
in.
Een
voorbeeld
hiervan
is
bloemkleur
bij
sommige
planten.
Bij
codominantie
worden
beide
allelen
in
het
fenotype
of
in
de
expressie
van
kenmerken
tegelijk
waargenomen,
zoals
bij
het
ABO-bloedgroepenstelsel
waarin
de
genotypen
IAIB
zowel
A-
als
B-antigeen
tot
uiting
laat
komen.
aandoening
dragen
zonder
zelf
ziek
te
zijn
als
het
twee
verschillende
allelen
heeft
waarbij
het
ziekte-allel
recessief
is.
Een
bekend
voorbeeld
is
de
drager
van
het
recessieve
CF-trait,
waarbij
dragers
meestal
geen
cystic
fibrosis
vertonen
maar
nakomelingen
mogelijk
kunnen
dragen.
van
heterozygositeit
duidt
op
grotere
genetische
diversiteit,
wat
van
belang
kan
zijn
voor
adaptatie
en
evolutie.
In
dier-
en
plantenselectie
wordt
streven
naar
voldoende
heterozygotie
vaak
ingezet
om
vruchtbaarheid
en
nutriëntieverwantschap
te
behouden.