hashfunctiegedrag
Hashfunctiegedrag beschrijft hoe een hashfunctie input omzet in een vaste reeks tekens en hoe de output reageert op veranderingen in de input. Belangrijke kenmerken zijn determinisme (voor een vastgesteld algoritme en input levert de hash altijd hetzelfde resultaat), een vaste uitvoerlengte en een doorgaans uniforme verdeling van mogelijke hashwaarden. Door deze eigenschappen zijn hashes nuttig voor snel vergelijken, indexeren en valideren van gegevens.
Collisions en weerstand: twee verschillende inputs kunnen soms dezelfde hash opleveren. In niet-cryptografische toepassingen is dit
Avalanche-effect en variabel gedrag: een minimale wijziging in de invoer leidt tot een aanzienlijke verandering in
Veiligheid en keuzes: veelgebruikte hashfuncties verschillen in doel en sterkte. MD5 en SHA-1 worden als onveilig