gewankeld

Gewankeld is de past participle van het Nederlandse werkwoord wankelen, dat betekenen wobble, wankelen of wankelen. Het wordt gebruikt om beweging of balans die onstabiel of grillig is te beschrijven, en kan verwijzen naar fysieke beweging van objecten of mensen, maar ook naar figuurlijke onstabiliteit in plannen of argumenten.

Het participium wordt gebruikt in voltooide tijden, bijvoorbeeld: "De auto heeft gewankeld na de bocht" of "Het gebouw heeft gewankeld tijdens de aardbeving." Het kan ook in descriptieve zin voorkomen die beweging als kenmerk beschrijft, vooral in rapportages over stabiliteit, transport of weersomstandigheden. In informele of literaire teksten kan gewankeld soms figuurlijk worden toegepast, bijvoorbeeld om onzekere fasen in een proces aan te geven.

Etymologie: Gewankeld is afgeleid van wankelen, het werkwoord dat wobble of teeter betekenen. De past participle wordt gevormd met het voorvoegsel ge- en het achtervoegsel -d, volgens de regelmatige constructie voor zwakke werkwoorden in het Nederlands. De term duidt meestal op een fase of gebeurtenis waarin stabiliteit ontbreekt of tijdelijk wordt overstegen door schommelingen of oneffenheden.