geloofsovertuigingen

Geloofsovertuigingen zijn overtuigingen over het bestaan van god(en) of hogere machten, de oorsprong en het doel van het universum, en de betekenis van menselijk bestaan en moraal. Ze kunnen religieus van aard zijn, maar ook bestaan uit wereldbeelden die niet religieus georganiseerd zijn, zoals spirituele overtuigingen of humanistische levensvisies. Geloofsovertuigingen vormen vaak fundamenten voor praktijken, rituelen en gemeenschapsleven en kunnen gegrond zijn in heilige teksten, tradities, openbaringen of persoonlijke ervaringen.

Over de soort: ze variëren van monotheïstische, polytheïstische en pantheïstische houdingen tot atheïsme en agnosticisme; sommige mensen identificeren zich met een georganiseerde religie, anderen met een niet-religieus wereldbeeld. In veel samenlevingen bestaan meerdere geloofsschema's naast elkaar; religie kan samenwerken met seculiere opvattingen en invloed hebben op wetgeving en beleid.

Invloed en functies: geloofsovertuigingen sturen waarden en normen, rechtssystemen en onderwijs, en versterken identiteitsgevoel en gemeenschapsbinding. Ze kunnen bijdragen aan harmonie en saamhorigheid, maar ook aan conflicten, afhankelijk van interpretatie en context.

Individueel niveau bieden ze betekenis, troost en morele oriëntatie, maar kunnen ook twijfels oproepen of kritiek uitlokken. Moderne samenlevingen erkennen een grote pluraliteit aan overtuigingen, en vrijheid van geloof en van niet-geloven is een fundamenteel principe in veel landen. Behoud van respect voor minderheidsopvattingen en een evenwichtige publieke en private ruimte blijven belangrijke aandachtpunten.