geleidings

Geleidings is een Nederlandse taalvorm die vooral als gebonden morfeem voorkomt in samenstellingen. Het is afgeleid van de zelfstandig naamwoord geleiding, dat betekenisvelden zoals begeleiding, aansturing of geleiding/overbrenging kan hebben, en van het werkwoord geleiden, ‘leiden’ of ‘volgen’. Geleidings- werkt in het taalgebruik als een attributief element dat aangeeft dat het onderwerp te maken heeft met het begeleiden of geleiden van processen, in plaats van een op zichzelf staend concept te zijn.

In technische taal gebeurt geleidings- vaak in samengestelde woorden zoals geleidingssysteem, geleidingslijn en geleidingsvermogen. Deze vormen duiden op een systeem, pad of capaciteit voor het begeleiden of doorgeven van iets, zoals signalen, elektriciteit of licht. In de natuur- en ingenieurswetenschappen verwijst geleiding naar de overdracht van iets door een medium. Elektrische geleiding is de overdracht van elektrische lading; thermische geleiding is de overdracht van warmte. In optica en fotonica kan geleiding slaan op de voortplanting en geleiding van licht in greep- of vezelachtige leidingen.

In biologie en geneeskunde kan geleiding de voortgeleiding van zenuwimpulsen of andere elektrische signalen langs weefsels betekenen. In sociale of organisatorische contexten wordt geleiding soms gebruikt voor het begrip supervisie of sturing, maar in die omgevingen ligt de nadruk doorgaans op termen als begeleiding of leiding. Geleidings wordt daardoor vooral als bindend morfeem gebruikt in samenstellingen die te maken hebben met het doorgeven, leiden of sturen van iets. Geleiding en begeleiding blijven verwante maar onderscheidende begrippen.