foutbestendig
Foutbestendigheid, ook wel foutbestendig genoemd, verwijst naar het vermogen van een systeem om bij storingen door te blijven functioneren met zo weinig mogelijk nadelige gevolgen. Het doel is operationele continuïteit, beschikbaarheid en integriteit van data, zelfs als onderdelen uitvallen of correcties nodig zijn. Een foutbestendig systeem kan fouten detecteren, isoleren, herstellen of op een veilig degraderende manier blijven werken.
- Redundantie: meerdere exemplaren of componenten zodat een enkel defect niet leidt tot uitval.
- Foutdetectie en -correctie: mechanismen zoals checksums, pariteitsbitten, ECC en error management.
- Fouttolerantie en isolatie: storingen worden beperkt tot een deel van het systeem zonder bredere impact.
- Failover en herstel: automatische overschakeling naar een reservesysteem en snelle reset of herstel.
- Redundantie in componenten, netwerken en opslag (bijv. RAID en clusterarchitecturen).
- Error-correcting codes (ECC, parity) en checksums voor gegevensintegriteit.
- N-modulariteit en meervoudige modulering (bijv. triple modular redundancy) met votesystemen.
- Failover, load balancing en grensproxysystemen; monitoring en zelftest;
- Gegevensreplicatie en geografische spreiding voor beschikbaarheid en disaster recovery.
- Informatiesystemen en software, datacenters en cloudinfrastructuur.
- Industriële automatisering en netwerkbeveiliging.
- Luchtvaart, automotive en medische apparatuur met hoge beschikbaarheidseisen.
- Embedded systemen en consumentenelektronica waar betrouwbaarheid cruciaal is.
- RAID 6, ECC-geheugen en TMR (triple modular redundancy).
- Keuze voor failover-clusters en quorum-mechanismen in gedistribueerde systemen.
- Veilige ontwerpprincipes en normen zoals functionele veiligheid (IEC 61508) en gerelateerde branchecodes.
Foutbestendigheid brengt kosten, complexiteit en prestatie-overwegingen met zich mee. Een balans tussen redundantie en efficiëntie is