fosfaatschalen
Fosfaatschalen zijn schelpen of skeletjes die grotendeels uit fosfaatmineralen bestaan, meestal hydroxyapatiet Ca5(PO4)3(OH) of verwante mineralen. In tegenstelling tot veel schelpen van mariene organismen die calciumcarbonaat of siliciumdioxide bevatten, komen fosfaatmineralen minder vaak voor, maar leveren ze belangrijke voorbeelden op in biologie en de aardlagen.
Biologisch ontstaan: fosfaatmineralisatie vindt plaats tijdens biomineralisatie bij bepaalde groepen organismen en kan ook optreden tijdens
Voorbeelden en voorkomen: Conodonten zijn archetypische voorbeelden van fosfaatskeletjes; hun elementaire onderdelen bestaan grotendeels uit apatiet.
Belang en toepassingen: Fosfaatschalen helpen bij reconstructie van oude omgevingen, omdat fosfaatmineralisatie sterk reageert op productiviteitsniveaus
Onderzoek: Wetenschappers bestuderen fosfaatschalen met onder meer microscopie, röntgendiffractie (XRD) en Raman-spectroscopie om mineralogische samenstelling, chemische