Home

eigenruimte

Een eigenruimte of eigenspace van een lineaire transformatie T op een vectorruimte V over een veld F is de verzameling van alle vectoren v in V die voldoen aan T(v) = λ v voor een bepaalde scalair λ in F, het eigengetal genoemd. Voor elke gekozen λ geldt de eigenruimte E_λ = { v ∈ V | T(v) = λ v }. De eigenruimte bevat alle eigenvectoren bij λ, plus de nulvector.

De eigenruimte kan ook worden geschreven als E_λ = ker(T − λI), en is daardoor een onderruimte van

Voorbeelden: neem A = [[2,0],[0,3]] over een veld F. Dan zijn λ = 2 en λ = 3 eigenwaarden, met E_2

Eigenschappen en toepassingen: als een matrix diagoneerbaar is, dan kan V worden geschreven als een directe

V.
In
het
geval
van
een
matrix
A
in
F^n
is
E_λ
de
nulruimte
van
A
−
λI.
De
dimensie
van
E_λ
is
de
geometrische
multipliciteit
van
λ;
als
λ
een
eigenwaarde
is,
is
deze
dimensie
ten
minste
1
en
meestal
kleiner
dan
of
gelijk
aan
de
algebraïsche
multipliciteit
van
λ.
=
{
(t,
0)
|
t
∈
F
}
en
E_3
=
{
(0,
s)
|
s
∈
F
}.
Beide
eigenspaces
zijn
eendimensionale
onderruimten.
som
van
de
eigenspaces:
V
=
⊕_λ
E_λ.
Eigenspaces
vormen
daarmee
de
bouwstenen
van
de
spectrale
ontbinding.
Bij
berekeningen
worden
E_λ
gevonden
door
oplossingsruimte
van
(A
−
λI)x
=
0.
Over
het
veld
waarin
de
operator
werkt,
kunnen
eigenwaarden
complex
zijn;
voor
reële
matrices
kunnen
sommige
eigenwaarden
en
bijbehorende
eigenruimten
in
het
complexe
vlak
ontstaan.