Home

calibratieinterval

Calibratieinterval verwijst naar de periode tussen opeenvolgende kalibraties van een meetinstrument om te garanderen dat de gemeten waarden binnen de gespecificeerde nauwkeurigheid blijven. Het interval is een cruciaal onderdeel van traceerbaarheid en kwaliteitsbeheer, en draagt bij aan betrouwbare meetresultaten en compliance.

De juiste calibratieinterval hangt af van diverse factoren. Belangrijke elementen zijn de aard van het instrument

Methoden om het interval vast te stellen kunnen variëren. Vaak wordt een vast interval gebaseerd op historische

Documentatie en governance: elk kalibratierapport vermeldt het calibratieinterval, de gemeten drift, de kalibratiedatum en de volgende

(of
het
een
kritiek
meetpunt
betreft),
de
drift-
en
stabiliteitskenmerken
van
de
sensor,
de
gebruiksintensiteit
en
het
operationele
regime,
omgevingsomstandigheden
zoals
temperatuur,
vochtigheid
en
trillingen,
onderhoudsgeschiedenis
en
de
vereiste
meetonzekerheid.
Daarnaast
spelen
regelgeving,
normen
en
de
gevolgen
van
foutieve
metingen
een
rol
bij
het
bepalen
van
de
frequentie.
kalibratieresultaten
en
driftpatronen.
Een
risk-based
of
conditiegebonden
benadering
past
de
frequentie
aan
op
basis
van
recente
meetresultaten,
driftmetingen
of
meldingen
van
afwijkingen.
In
veel
organisaties
wordt
dit
geïntegreerd
in
een
kalibratie-
en
onderhoudsplan
met
eisen
voor
traceerbaarheid
naar
erkende
standaarden.
kalibratiedatum.
Periodieke
evaluatie
van
het
interval
is
aanbevolen
om
de
betrouwbaarheid
en
naleving
te
waarborgen.