breedtesport

Breedtesport is een term die in Nederland wordt gebruikt voor sportactiviteiten die gericht zijn op brede deelname in plaats van op elite- of topsport. Het doel is om velen te laten bewegen, plezier te beleven en sociale binding te versterken, met aandacht voor gezondheid, inclusie en duurzame betrokkenheid bij sport.

Het omvat activiteiten van sportverenigingen, clubs en buurtsportinitiatieven tot school- en gemeentelijke beweegprogramma’s. Breedtesport richt zich op alle leeftijden en niveaus, met speciale aandacht voor jeugd, senioren en mensen met beperkingen. Vrijwilligerswerk, vrijwilligerscoördinatie en toegankelijkheidsmaatregelen spelen een belangrijke rol.

Organisatie en beleid staan meestal op twee niveaus. Nationale sportfederaties en NOC*NSF spelen een coördinerende rol, terwijl gemeenten, provincies en lokale sportevenementen de uitvoering en financiering verzorgen. Clubs en sportaanbieders vormen de uitvoerende schil die lessen, trainingen en wedstrijden mogelijk maakt.

Breedtesport staat los van topsport, al kan talentontwikkeling binnen breedtesport plaatsvinden. Topsport richt zich op topniveau en professionele carrière, terwijl breedtesport de basis legt voor deelname van iedereen. Wel bestaan er beweeghubs en talentprogrammas die talenten kunnen herkennen en begeleiden zonder het bredere doel uit het oog te verliezen.

De impact van breedtesport wordt gemeten aan deelnamegraad, inclusie, gezondheid en sociale cohesie in de gemeenschap. Financiering komt doorgaans uit publieke middelen, subsidies van gemeenten en sportkoepels, lidmaatschapsgelden en sponsoropbrengsten. Het beleid streeft naar structurele investering in infrastructuur, onderwijs en toegankelijk sportaanbod.