bosiddende

Bosiddende is een Nederlands woord dat gebruikt wordt om iemand of iets aan te duiden die in een bos woont of zich in een bos bevindt. Het is een samengesteld woord uit bos, het woord voor woud, en de uitgang -ende die een voortdurende toestand aangeeft, waardoor de kernbetekenis ‘in het bos wonend’ is. Het kan zowel als bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord voorkomen, bijvoorbeeld bij beschrijvingen van mensen, dieren of planten met een boshabitatie.

Het gebruik van bosiddende is vooral kenmerkend voor oudere of descriptieve teksten, zoals literaire, geografische of folkloristische beschrijvingen. In modern taalgebruik is het minder courant; vaker worden termen als bosbewonend of simpelweg “in het bos wonend” toegepast. De term kan ook in ecologische of biogeografische contexten voorkomen om soorten te karakteriseren die een bosrijke habitat prefereert of domineren.

In bredere zin kan bosiddende zowel naar menselijke bevolkingsgroepen verwijzen die in bosrijke gebieden leefden of leven, als naar dieren of planten die voorkeur hebben voor bosrijke omgevingen. Het woord fungeert daarmee als een beschrijvende aanduiding van woon- of leefomgeving in relatie tot het bos.

Zie ook: bosbewoner, bosbewonend, habitat.