betekenisparen
Betekenisparen verwijst naar paren van woorden of concepten die een semantische relatie delen of tot hetzelfde semantische veld behoren. Het begrip wordt toegepast in linguïstiek en informatiekunde om betekenisrelaties expliciet te maken en te documenteren.
In onderzoeks- en toepassingscontexten omvat betekenisparen vaak lexicografie, taalonderwijs en natuurlijke taalverwerking. Ze helpen bij het
Betekenisparen kunnen verschillende relaties bevatten, zoals synoniemen, antoniemen, hyperoniemen en hyponiemen, meroniemen, collocaties en andere semantische
In de praktijk worden paren geïdentificeerd uit bronnen zoals woordenboeken, corpora en ontologieën en geannoteerd met
Voorbeelden van betekenisparen zijn onder meer: 'hond' en 'dier' (hyponiem-relatie); 'groot' en 'enorm' (synoniem); 'appel' en
Uitdagingen bij betekenisparen zijn onder andere contextafhankelijkheid, polysemie en dialectale variatie, evenals de behoefte aan gestandaardiseerde