Home

apparaatarchitecturen

Apparaatarchitecturen is de verzamelnaam voor het ontwerp en de organisatie van hardware- en software-interacties in fysieke apparaten. Het verwijst naar hoe de onderdelen van een apparaat zijn opgebouwd, hoe ze met elkaar communiceren en hoe software er mee omgaat. De term omvat zowel consumentenapparatuur als industriële systemen en embedded devices.

De kern van een apparaatarchitectuur bestaat uit hardwarecomponenten zoals processoren, geheugen, opslag en I/O-apparaten, evenals de

Systemen kunnen worden onderverdeeld in embedded systemen, algemene computers en servers, en in systeem-on-a-chip (SoC) ontwerpen

Ontwerpkeuzes hangen af van de toepassing: energiebeperking in draagbare apparaten, hoge rekeneisen in servers, of strenge

onderlinge
verbindingen
via
bussen
en
interconnects.
Belangrijke
ontwerpniveaus
zijn
de
instruction
set
architecture
(ISA),
die
de
programmeringsinterface
bepaalt,
en
de
microarchitectuur,
die
de
concrete
implementatie
beschrijft
(
datapath,
pipelines,
caches
en
memory
controllers).
Een
veelvoorkomend
doel
is
een
balans
tussen
prestaties,
energieverbruik
en
kosten.
waarin
meerdere
subsystemen
op
één
chip
zijn
geïntegreerd.
Andere
kenmerken
zijn
geheugenhiërarchie,
input/output-architectuur,
betrouwbaarheid,
real-time
vereisten
en
beveiliging.
Interconnects
zoals
bus-architecturen
en
netwerkinterfaces
spelen
een
cruciale
rol
in
de
prestaties.
real-time
vereisten
in
industriële
systemen.
Trends
omvatten
multicore-
en
heterogene
kernontwerpen,
grotere
caches,
snellere
geheugeninterfaces
en
integratie
van
opslag
en
verwerking
op
één
SoC.
De
studie
van
apparaatarchitecturen
combineert
hardwarekunde
met
informatica
en
is
essentieel
voor
de
prestaties,
efficiëntie
en
betrouwbaarheid
van
moderne
technologie.