Home

antitrustvraagstukken

Antitrustvraagstukken verwijzen naar vraagstukken rond mededingingsbeleid en de werking van markten. Het gaat om de vraag of economische spelers elkaar beperken in concurrentie, waardoor prijzen hoger kunnen uitvallen, innovatie afneemt of producten en diensten minder keuze en kwaliteit bieden. Veel voorkomende thema’s zijn kartels, misbruik van marktmacht, fusies en overnames die de concurrentie kunnen beperken, en verticale afspraken die concurrentie tussen leveranciers en detaillisten beïnvloeden. Het doel van antitrustbeleid is consumentenwelvaart te beschermen door effectieve concurrentie te waarborgen.

Kaders en handhavers vormen de kern van antitrustvraagstukken. Op Europees niveau reguleren EU-regels concurrentie: artikel 101

Typische onderwerpen binnen antitrustvraagstukken zijn kartels (zoals prijsafspraken of marktverdeling), misbruik van dominantie (bijvoorbeeld prijkosten, uitsluiting

van
het
TFEU
verbiedt
kartels
en
afspraken
die
de
concurrentie
beperken,
artikel
102
verbiedt
misbruik
van
een
dominante
positie,
en
fusiecontrole
onderzoekt
concentraties
die
de
concurrentie
significant
kunnen
beperken.
Daarnaast
bestaan
specifieke
regels
voor
grensoverschrijdende
fusies
en
staatssteun.
In
Nederland
wordt
dit
aangevuld
met
nationale
mededingingswetgeving
en
handhaving
door
de
Autoriteit
Consument
&
Markt
(ACM).
Handhavers
voeren
onderzoeken
uit,
kunnen
ongebruikelijke
praktijken
aanvechten
en
bieden
interventies
of
bindende
remedies
aan
om
de
concurrentie
te
herstellen.
of
ongunstige
voorwaarden
voor
afnemers),
fusies
en
overnames
(of
concentraties
de
marktwerking
ernstig
kunnen
aantasten),
en
verticale
beperkingen
zoals
exclusieve
distributieafspraken.
Economische
analyse,
marktdefinitie
en
meetmethoden
zoals
de
SSNIP-test
worden
gebruikt
om
effecten
op
de
concurrentie
te
beoordelen.
Professionals
wegen
vaak
efficiëntieclaims
tegen
potentieel
nadeel
voor
de
concurrentie
af.