Home

antiresorptieve

Antiresorptieve middelen zijn geneesmiddelen die de botresorptie door osteoclasten remmen. Door het terugdringen van botafbraak neemt de botdichtheid toe en wordt de kans op botbreuken verminderd. Ze worden vooral toegepast bij aandoeningen waarbij de botresorptie verhoogd is, zoals osteoporose en sommige vormen van botmetastasen, maar ook bij hypercalcemie geassocieerd met maligniteit.

Belangrijke groepen en werkingsmechanismen

- Bisfosfonaten (bijv. alendronaat, risedronaat, zoledronaat) binden aan botmineraal en remmen osteoclastische activiteit, wat leidt tot osteoclasten-gedreven

- Denosumab is een monoklonaal antilichaam tegen RANKL, waardoor osteoclastvorming en -activiteit aanzienlijk afnemen.

- Calcitonine verlaagt de botresorptie door directe remming van osteoclasten.

- Selectieve oestrogeenreceptormodulatoren (bijv. raloxifeen) verminderen botafbraak bij postmenopauzale osteoporose. Hormoontherapie kan in sommige contexten antiresorptief werken,

Toepassingen en overwegingen

Antiresorptieve therapie wordt veel toegepast bij osteoporose om fractuurrisico te verlagen, en bij tumormetastasen met botleasie

Beheer en monitoren

Regelmatige evaluatie van botdichtheid, serumkalcium en nierfunctie is gebruikelijk. Patiënten dienen adequaat te blijven sun vitamine

apoptose
en
lagere
botturnover.
afhankelijk
van
het
type
behandeling.
om
botresorptie
en
hypercalciëmie
te
bestrijden.
Ze
worden
ook
gebruikt
bij
sommige
vormen
van
Paget’s
ziekte
en
bij
hypercalcemie
veroorzaakt
door
maligniteit.
Voorafgaand
aan
behandeling
is
vaak
beoordeling
van
calcium-,
vitamine
D-status
en
nierfunctie,
en
bij
mondzorgvuldige
dental
check-up
is
aanbevolen,
vanwege
risico
op
osteonecrose
van
de
kaak
(MRONJ).
Langdurig
gebruik
kan
leiden
tot
atypische
femurfrakturen
of
ernstigere
hypocalciëmie;
bij
sommige
middelen
kan
een
“drug
holiday”
overwogen
worden
nadat
stabilisatie
is
bereikt.
D-
en
calciumstatus,
en
behandelingen
worden
individueel
afgestemd
op
basis
van
risico
en
duur
van
de
therapie.